Sport

Sven Kramer heeft gemengde gevoelens bij de bemoeienis van politici met de Olympische Winterspelen.

De afgelopen dagen was er veel discussie over de koninklijke en politieke afvaardiging die Nederland naar Sotsji stuurt.

Namens Nederland gaan koning Willem-Alexander, koningin Máxima, premier Mark Rutte en minister Edith Schippers naar het evenement dat over drie weken begint. Diverse regeringsleiders reizen niet af naar Rusland om een statement te maken tegen mensenrechtenschendingen.

Kramer noemt de Spelen in zijn column in De Telegraaf 'het mooist denkbare' podium. "Tegelijkertijd brengt het traditioneel bepaalde neveneffecten met zich mee waar ik gemengde gevoelens bij heb. Eén ervan is de politieke bemoeienis die je ook de laatste weken weer volop ziet."

"Als sporter wil ik ver van die discussie blijven. Ik ga naar de Spelen om maximaal te presteren, niet om actie te voeren", vervolgt Kramer. "Al ben ik me er terdege van bewust dat er in Rusland een hoop dingen beter kunnen en moeten."

"Ik ben echter blij dat de politiek en de koninklijke familie naar Sotsji komen. Koning Willem-Alexander en Máxima zijn echte schaatsfans, dat vind ik mooi."

Pover

Kramer schrijft verder zich niet aan de indruk te kunnen onttrekken dat politici de Spelen aangrijpen om goede sier voor zichzelf te maken.

"Het kabinetsbeleid op het gebied van topsport is erg pover en dat stoort me. Normaal kijken ze in de politiek niet om naar sport, zeker niet naar topsport, maar nu het zo uitkomt proberen ze over de rug van de sport wél politieke statements te maken."

Kramer omschrijft het als 'mooi' dat politici hun zorgen uitspreken over bijvoorbeeld de homorechten in Rusland. "Maar waarom hoor ik ze daar normaal niet over? De impact van de Spelen is kennelijk zo onweerstaanbaar groot dat iedereen er gebruik of misbruik van wenst te maken."